Zending: een gewaagde onderneming

Ik weet niet of het aan mij ligt, maar ik hoor in de kerk weinig meer over zending. Niet dat het er vroeger nou elke zondag over ging, of elke maand, nou nee.  Toch kwam het zo af en toe langs. Omdat ik mijn hart aan de zending heb verpand, gaf dat altijd even een opkikker: ha! De gemeente waar ik die zondag was, dacht nog aan andere mensen ook, behalve aan eigen zieken, eigen rouwenden en andere ellendige zielen in eigen kring. Zo’n gemeente dacht zelfs dat een mens niet bij brood alleen leeft. Mooi. Zending!

Maar, zoals gezegd, ik hoor en lees er weinig over, over de zending van de kerk. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Het kan zijn dat mensen geen voorstelling van hebben wat zending is. Die onkunde komt immers in de beste kringen voor.

Een ‘kerkjournalist’ die een volledige theologische studie achter de rug had, verzuchtte eens dat hij na vele colleges missiologie nog steeds niet wist wat zending was. Er kan natuurlijk ook meer achter zitten, dat je er zo weinig van hoort. Zending heeft vele aspecten, maar het betekent tenminste je mond opendoen over Jezus en mensen vertellen dat het goed voor je is en wel zo veilig achter hem aan te gaan.

ark van noach

De Ark van Noach die meevoer in de botenparade op Koningsdag in Dordrecht. Foto: ANP

Op de laatste Koningsdag in Dordrecht voer de Ark van Noach mee met daarop een spandoek: Met Jezus mis je de boot niet! De camera’s kregen hem even in beeld, maar zwenkten ijlings weg: brrr, religie op een nationaal feest – het was al erg genoeg dat de familie naar de kerk ging. Gelukkig wist de commentator

over die kerk te vertellen dat daar vroeger religieuze conflicten werden uitgevochten – we waren weer thuis in seculier Nederland. Religie mag immers alleen aan de orde komen als we het negatief kunnen inkleuren, toch? Stel je voor dat je er wat positiefs over zou vertellen.

Bekeren? Goed, zending is (tenminste) je mond opendoen over Jezus. Dat is een gewaagde onderneming. We hebben al lang afgeleerd hoe je over je geloof praat in het openbaar, of zelfs in besloten kring. Dat doe je niet. Bovendien: hoe zeker ben je van je geloof ? Veel dingen zijn gaan schuiven, veel gezangen over Verlosser en verlossing kan je haast niet meer zingen, veel bemoedigende Bijbelteksten staan niet meer op je ‘harde schijf’. Het maakt dat zending de kriebels geeft: moet ik met mijn kleine beetje geloof nou ook nog anderen ‘bekeren’? Dus als je wat moet of wilt zeggen is het beter te spreken over de noodzaak voor christenen om zich in te zetten voor recht en menslievendheid, voor vluchtelingen en armen, in Nederland en wereldwijd. Dat voelt goed – en dat kost minder, niet in geld, wel in Geest. Met die oproep is natuurlijk niets mis, al hik ik er wel eens tegen aan dat het allemaal erg moralistisch wordt: moet ik zelf, nu Jezus achter de horizon verdwijnt, de wereld redden? Neemt niet weg dat goed doen een christen op het lijf geschreven hoort te staan. Zending gaat echter verder. Dan komt er een woord bij de daad. Een bevrijdend woord. Wat zending vandaag misschienwel het meest tegen zit, is de algemene negatieve sfeer in onze westerse cultuur als het om religie en religieuze overtuiging gaat. Hierboven gaf ik daar al een voorbeeld van. Het zit diep. Religie is sowieso verdacht, maar iemand van de waarheid overtuigen is, ik noem maar een paar vloekwoorden: fundamentalistisch, bekrompen, onderdrukkend, aanleiding tot terrorisme. En laten we eerlijk zijn: wij staan midden in die cultuur; die cultuur heeft ook ons in zijn greep. Je merkt het niet alleen buiten de kerk, maar ook in de kerk. Broeders en zusters kijken je zielig aan als je het over zending hebt: weet hij dan nog niet dat dat niet meer kan in deze tijd? Eerlijk gezegd, zit ik er niet zo mee, met het feit dat zending wat ‘uit’ is geraakt. Heel de geschiedenis van de kerk staat bol van mensen die zending verafschuwden, zij het om heel andere redenen dan vandaag. Soms omdat ze het christelijk geloof zo superieur vonden dat ze niet dachten dat heidenen en mensen van andere religies dat aankonden… Vaak omdat zending de gezapigheid van de kerk doorbrak. Zendingsmensen kregen er vaak van langs. Joh. Verkuyl heeft het geweten toen hij opkwam voor de zelfstandigheid van Indonesië.

Gaan delen Toch vind ik het vaak een leuke uitdaging, om mensen zó een beeld van zending te geven dat ze gaan meedoen en geloof gaan delen, tot heil van mens en wereld. En bovendien, kerken elders in de wereld lijken hun zending wél serieus te nemen: Zuid-Korea heeft twintigduizend zendelingen buiten zijn grenzen… Ik vind het wel jammer voor de kerken in ons werelddeel, als zending van de agenda en uit de gebeden verdwijnt. Een kerk is alleen maar wat waard voor God en mensen als ze haar boodschap met iedereen wil delen. Een kerk waar we alleen goed en vriendelijk zijn voor de eigen mensen, heeft, hoe gezellig ook, geen toekomst. Een kerk waar we alleen maar zingen over onze eigen nood en dood, graaft haar graf. Waar het om gaat, is dat het verhaal verteld wordt. Het verhaal van Jezus. Waar het om gaat is dat mensen wereldwijd – dus ook in Nederland – horen wie hij is, hoe hij liefheeft, hoe hij oordeelt, hoe hij bevrijdt. Zending is een lakmoesproef voor een kerk die ook morgen nog kerk wil zijn. Inderdaad, een gewaagde onderneming. Maar zonder dat zijn we er geweest.

Jan van Butselaar is oud-secretaris van de Nederlandse Zendingsraad