De kracht van het Bloed van Jezus.

Om over na te denken

De kracht van het Bloed van Jezus.

De kracht van het Bloed van Jezus.

Om de betekenis van bloed in de Bijbel goed te begrijpen moeten we kijken wat ‘bloed’ doet in de bijbel. Het eerste bloed dat vergoten wordt in de bijbel komen we tegen net na de zondeval. 

Adam en Eva hebben gezondigd en verborgen zichzelf voor het aangezicht van God, ze schaamden zich omdat ze naakt waren. God geeft hun dierenhuiden om zich mee te bedeken. Gen 3:21. Het is Gods initiatief om doormiddel van dieren huiden hun schaamte te bedekken.

Hoewel hier niets geschreven staat over bloed vergieten, begint hier wel onze zoektocht naar de rol van Bloed in de bijbel. Na adam en Eva’s val komen we gelijk uit bij hun kinderen die opgroeien als eerstelingen uit het geslacht van Adam.  Niet langer hadden we Gods Heilige DNA, geconnect zijn met de Heilige Geest, nee ons bestaan, ging verder in een vervallen staat, gescheiden van God en niet langer verbonden met de Heilige Geest. Zonde en de vervallen staat van de mensheid werd vanaf hier doorgegeven tot aan nu toe. (Romeinen 5:12-21)  

De rol van bloed in aanbidding en offers:

De eerste keer dat we Bloed tegenkomen, is gelijk in Gen 4. 

Abel werd schaapherder en Kaïn legde zich toe op de landbouw, dit zijn de 2 kinderen van Adam en Eva. Na een tijd brengen beide mannen een offer aan de Heer. 

Kaïn neemt een deel van de oogst om aan God te offeren, terwijl Abel het beste van zijn kudde uitkiest om te offeren aan God. In Hebreeën 11:4 Wordt dit offer als een geloofsdaad neergezet waardoor Abel gerechtvaardigd werd. In dit stuk vinden we dat: Het geloof van Abel, samen met het offer dat Hij bracht, aangenaam was voor het aangezicht van God, terwijl het offer van Kaïn werd afgeslagen.  Het grote verschil in de twee offers is dat bij het ene offer bloed vergoten was. 

Dan maakt de bijbel een grote sprong en komen we uit bij Noach. Er is veel gebeurt met de mensheid en de zonde in de mens was uitgeroeid tot een hoogte punt. God veroordeelde het gedrag van de mensen door de zondevloed. Doordat God de wereld schoonwaste van alle slechtheid, kon er een nieuw begin gemaakt worden in het geslacht van Noach en zijn kinderen. 

Daar waar je in de bijbel, leest over een althar, wordt er ook iets geofferd.

Iets moet sterven en geofferd worden op het over, denken aan bloed. 

Het bouwen van een althar, en een ontmoeting met God gaan hand in hand.

Noach volgt het voorbeeld van Abel, en offert ook een paar dieren, en vogels in eerbied aan God. 

God accepteert dit offer en belooft nooit meer zoiets te doen met de mensheid. (Genesis 8:20)

Je zou kunnen zeggen dat bij het begin van de wereld, ook plaats was voor een offer waarin Bloed een rol speelde. Offers ter ere van God, in geloof en dankbaarheid, waar God blij van werd. 

God’s plan en zijn verbond met mensen: 

Vanaf het begin van de Bijbel, waarin God zo graag verbonden wil zijn met zijn schepping, zien we de vervallen staat van de mensen. Hoewel God trouw en zo graag wil helpen, leeft de mens volgens zijn eigen standaard, vol rebelse ideeën, lusten en zonde. Om hier mee te breken kiest God een persoon uit om zijn plan mee uit te werken. God kiest Abram uit om de fundatie te leggen van Zijn koninkrijk hier op aarde. Abram wordt door God uitgekozen om zijn familie achter zich te laten, en naar een land te gaan die God zelf aan hem zou wijzen. (Gen 12) 

Het geloof van Abram wordt op verschillende manieren getest, en God verbindt zichzelf aan Abram door een verbondsrelatie met Hem aan te gaan. (Gen 15) om dit verbond aan te gaan, worden een aantal dieren geslacht. En aan twee kanten neergelegd. God zelf tussen de geslachte dieren door. Dan staat er, die dag sloot God een verbond met Abram. (Gen 15:18) Het was een samenhang van Geloof, gehoorzaamheid, met daarin beloftes waarin God zichzelf aan Abram verbind. Dit verbond ging van kracht doordat God door de geofferde dieren heen liep, die aan twee helften van een pad lagen. Een verbond met bloed bekrachtigt. 

God maakte met Abram een belofte over nageslacht. Abram kon met sara gaan kinderen krijgen en ze waren al op leeftijd. Daarom is de belofte van nageslacht op meerdere lagen bijzonder en bovennatuurlijke. God wilde door het nageslacht van Abram een volk maken, een volk dat net als Abram zou wandelen in geloof. Want door het geloof van Abram werd hij als rechtvaardig aangenomen. Dit wordt later in Hebreeën 11 uitvoerig besproken. 

Toch vroeg God om zijn nageslacht; Isaak, waar juist alle belofte aan verbonden waren, om die te offeren. Isaak was namelijk niet alleen abraham zijn zoon, nee. Het was ook een ‘beloofde zoon’ waar God zijn reddingsplan door heen zou vervullen. God stelde Mozes op de proef door te vragen of hij Isaak wilde offeren als een brandoffer.  (Genesis 22:1-2)

Abraham wilde voor God leven, zonder iets voor zichzelf te houden. Hij wilde leven voor God. En zo was ook het offer voor Isaak niet alleen een plaatsvervanger. Maar ook een markering. Isaak was niet alleen Abraham’s zoon. Het was ook een zoon van belofte waarin God verder zou gaan. 

In dit bijzondere verhaal zie je dat een ram de plaats in neemt van Isaak. (Gen 22:13-19)

Mozes en de Farao

Als we de bijbelse verhalen iets verder spoelen, gaan we van Isaak, Jacob naar Jozef. Israel beland in Egypte en de eerste jaren zijn goed. Jozef had Egypte gered in hele moeilijke jaren doordat er een grote hongersnood had plaatsgevonden. God in al zijn wijsheid had Jozef op een positie gebracht waardoor de farao van Egypte gewaarschuwd werd, voor wat zou gaan gebeuren. 

Jozef had Egypte rijk gemaakt en als dank mocht Gods volk in Egypte verblijven in het land Gosen (Gen 50) Maar na de dood van Jozef en de farao komt er een andere farao aan de macht die de geschiedenis niet kent, en die maakt van Israel een slavenvolk. 400 jaar lang leefde Israel onder de verschrikkelijke macht van de Egyptenaren. (Hoewel God dit al voorspelt had in Genesis 15)

Na 400 jaar grijpt God in, ‘de maat was vol’, en God zou het volk bestraffen omdat ze Gods volk onderdrukt hadden. God kiest daarvoor Mozes. En dan lezen we in het verhaal van Exodus de wonderlijke manier hoe God dat doet. Doordat het hart van de Farao zich blijft verzetten om Gods volk te laten gaan, brengt God een oordeel over Egypte doormiddel van Plagen. Mozes en Aaron spreken namens God keer op keer met de Farao. En telkens als de farao weigert om het volk te laten gaan, komt er een plaag over Egypte. God straf de Egyptenaren samen met de goden van Egypte.

Een van de laatste plagen is het conflict tussen de eerstgeborenen (Exodus 4:22). God wil Israel (zijn eerste geboren) voor zichzelf hebben, maar de farao weigert om hier aan te gehoorzamen. 

Exodus 4:21-23 

De Heer zei tegen Mozes: "Wanneer je teruggaat naar Egypte, zorg er dan voor dat je voor de farao alle wonderen verricht die Ik je in je macht heb gegeven. Maar Ik zal zijn hart verharden, zodat hij het volk niet zal laten gaan. Dan moet je tegen de farao zeggen: 'Dit zegt de Heer: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeborene. Daarom heb Ik tegen je gezegd: 'Laat mijn zoon gaan, zodat hij Mij kan dienen', maar je hebt geweigerd hem te laten gaan. Zie, Ik ga je zoon, je eerstgeborene, doden.’"

God identificeert zich zo sterk met Israël dat hij hen tot zijn beeld op aarde aanwijst. Deze familie is altijd Gods uitverkoren volk geweest, maar hij wijst hen opnieuw aan als zijn eerstgeboren erfgenamen, zodat er geen twijfel meer bestaat over hun status – noch voor de huidige generatie Israël, noch voor farao.

In Exodus 4:23 legt God de laatste plaag tegen Egypte uit, de plaag van de eerstgeborenen. Alle mensen, ongeacht hun status, behoren Jahweh toe, dus Hij kan hun leven geven of wegnemen. Jahweh draait terug wat Farao over Israël bracht toen hij bepaalde dat alle eerstgeboren zonen gedood moesten worden (Exodus 1:15-16), maar Jahweh biedt iets wat Farao nooit deed: een keuze en een kans om gered te worden. Net zoals toen Hij Abraham vroeg Isaak te offeren, is God degene die zowel het leven van de eerstgeborene eist als een plaatsvervangend offer biedt. Op deze manier staan Gods gerechtigheid en zijn genade niet met elkaar in strijd, een realiteit die later in het Bijbelverhaal het meest volledig tot uiting zal komen in het leven en de dood van Jezus.

Het offer wat mensen moeten brengen, is in geloof een lam nemen, deze slachten en het bloed van het dier op de deurposten van hun huis smeren. Het bloed van het lam, zou er voor zorgen dat de engel des doods niet hun huis binnen zou dringen om zo het eerstgeborenen te doden. 

Toen riep Mozes al de oudsten van Israël bijeen en zei tegen hen:...... Mozes die door God als profeet en leidsman is aangewezen bespreekt Gods aanwijzingen met de oudsten van Israël. De oudsten waren de familiehoofden die een speciale leidende rol vervulden ten opzichte van hun nageslacht.

Neem voor uzelf kleinvee voor uw gezinnen, en slacht het paaslam........Ieder gezin moet een pesachlam in huis nemen. Dat was niet zo'n lief klein babylammetje zoals het bij ons vaak wordt voorgesteld, maar een lam van een jaar oud. Dat is weliswaar een lam, maar wel een volgroeid dier. (Exodus 12:5). Dit dier moest op de 14e van de eerste maand geslacht worden.

Neem dan een bosje hysop en doop het in het bloed dat in een schaal is....... een bosje van de hysopplant moest worden gebruikt als kwast waarmee het bij de slacht opgevangen bloed aangebracht moest worden op de deurposten, zowel aan de bovenkant als aan de zijkanten. Niet op de drempel...... (Hebreeën 10:29 ....... die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht)

Dit bloedoffer was de basis om mensen te behoeden voor oordeel. Het was een vooruitblik op het kostbare bloed van Yeshua/Jezus, Die plaatsvervangend stierf voor hen die in Hem geloven en achter Zijn bloed schuilen. 

Daarna mocht niemand de deur van zijn huis uit gaan, tot de volgende morgen.......   Achter het bloed van het Lam aan de deurposten was men veilig omdat YAHWEH daaraan bevrijding en verlossing had toegekend. De engel die uit is op dood en verderf en gestuurd werd door God, moest daaraan voorbijgaan. Israël behoorde tot Gods rijk van BEVRIJDING EN LEVEN.  De farao, kwam op zijn eigen hoofd neer. Helaas trok hij zijn volk mee in het verderf. Zo zal het ook gaan met degenen die trouw blijven aan valse overheden en religies. Maar elke Egyptenaar die het gebod aan Israël zou volgen en bloed aan de deurposten streek, zou gered worden. 

 

Israel bij de berg Sinai

Als Israel door de rode zee heen getrokken is, reizen ze door de woestijn naar de berg Sinai. De plek waar Israel God mag ontmoeten. Hoewel het te groot is om helemaal te omvatten, maakt God zichzelf aan Israel bekent, door Mozes te gebruiken als spreekbuis. Hij moet het volk leren dat God Heilig is en dat ook de plek waar God zichzelf bekent maakt heilige is. Niets en niemand kan zomaar in de aanwezigheid van God komen. Israel moet zich wassen, en klaarmaken om God werkelijk te ontmoeten. (Exodus 19) 

Vanuit deze ontmoeting krijgt het volk de kans om in verbond met God te leven, God wil ze leren hoe je met Hem kunt leven, door ze regels te geven. Regels die Gods volk anders maakt dan alle andere volkeren rondom hen. Dit verbond wordt ook wel het Mozaïsche verbond genoemd. 

Het verbond bestaat uit een aantal regels en geboden die God aan het volk heeft gegeven, onder andere de Tien Geboden. Door het verbond ontstaat er een speciale relatie tussen God en de Israëlieten: God is vanaf nu de God van Israël, en Israël is vanaf nu Gods volk.  De Israëlieten verklaren eenstemmig dat ze zich zullen houden aan alles wat God geboden heeft (Exodus 19; Exodus 24:1-3).  Dit verbond wordt gesloten met offers en met bloed.  ‘Dit bloed bevestigt het verbond dat de Here met u heeft gesloten door deze regels en wetten te geven.’

Zonder bloed kon de mens niet leven in Gods aanwezigheid. Je moet dit bloed lezen in lijn, met alle verhalen die ook samen hangen met dit bloed. De plaatsvervangend ram bij Isaak, het paaslam, wat verder ontwikkeld in een verbond waarin Israel en God zich met elkaar kunnen verbinden. En het bloed speelt een enorm belangrijke rol.  

Het verbond wordt in Exodus 24 bezegeld door twee rituelen:
  • Een bloedritueel: Mozes laat stieren slachten, en doet de helft van het bloed in schalen en giet de andere helft tegen het altaar (Exodus 24:6-8). Het bloed symboliseert waarschijnlijk de ‘familieband’ (‘bloedband’) die er door het verbond als het ware ontstaat tussen God en Israël.
  • Offers: Mozes laat brandoffers en een vredeoffer brengen (Exodus 24:11). Het vredeoffer maakt het doel van het verbond duidelijk: een vredige relatie tussen God en zijn volk. 

Als de tabernakel gebouwd wordt samen met alle onderdelen van de priesterdienst. Wordt alles ook eerst besprenkeld met bloed. Een met bloed besprenkeld tabernakel verwijst naar de Bijbelse praktijk van reiniging en inwijding, waarbij het bloed van dieroffers werd gebruikt om het tabernakel, de priesters en het volk te reinigen en te heiligen. (Exodus 25-40; Leviticus 4:16)  

  • Exodus 24:6-8 – Mozes “nam de helft van het bloed en sprenkelde het op het altaar… ‘Dit is het bloed van het verbond.’” Hebreeën 9:21 weerspiegelt dit inaugurele moment:

en zei: ‘Dit is het bloed van het verbond dat God u geboden heeft te onderhouden.’ 21 Op dezelfde wijze besprenkelde hij de tabernakel en alle voorwerpen die bij de eredienst gebruikt werden, met bloed. 22Volgens de wet moet inderdaad bijna alles met bloed gereinigd worden, en zonder bloedstorting vindt er geen vergeving plaats. 

• Leviticus 17:11 – “Want het leven van het vlees is in het bloed… het is het bloed dat verzoening doet voor iemands leven.”

  • Leviticus 8:10-15 – Bij de inwijding van de tabernakel werd met olie & bloed gewijd.

olie brengt zalving , bloed maakt ruimte voor Heiliging. 

Deze passages vormen de achtergrond voor Hebreeën 9:21, wat bewijst dat besprenkeling met bloed Gods aloude methode was om mensen, plaatsen en voorwerpen te heiligen.

Je zou daarmee kunnen zeggen dat zonder bloed, het onmogelijk is om God te naderen onder het oude verbond. De zondige natuur van de mens tegenover een Heilig God kunnen nooit samen door een deur. Er moest een plaatsvervanger zijn, die zijn bloed gaf zodat de zonde bedekt werd, om weer rechtvaardig te staan tegenover God. 

Dit wordt helemaal duidelijk als je de dingen iets meer in lijn zou plaatsen. 

Alleen het bloed kan God en mensen in verbintenis en vriendschap te sarnen brengen. 

Wat bij de poort van het Paradijs, op Ararat, op Moria, in Egypteland werd voorspeld, wordt hier aan den voet van Sinaï op het plechtigst bevestigd: zonder bloed geen toegang tot een Heilige God.

Met dit onderscheid echter; terwijl op Moria het leven werd gered door de bloedstorting op het altaar, (vervangend ram) in Egypteland door de besprenging van de huizen, (Het verhaal van exodus- Paaslam) worden hier (exodus 24) de personen zelf met het bloed besprengd. De aanraking wordt al nauwer, de toepassing wordt al krachtiger.  Gods verbond met abraham en later met Israel, wordt beschreven als “HET BLOED VAN HET VERBOND”

Het verbond dat de HEERE aan de voet van de Sinaï wil sluiten, wordt hier bekrachtigd. En de vastheid van dit verbond steunt niet op de wederzijdse trouwbetuigingen. De HEERE weet wat van een mens te verwachten is: niets dan ontrouw en ongerechtigheid. Daarom sprengt Mozes bloed van de geofferde dieren op het volk. Het volk moet worden gereinigd van de zonden, de ontrouw, de hartelijke neiging tot afval. Alleen in het bloed van de geofferde dieren kan het verbond stand houden. (Exodus 19:5; 34:27-28). 

In dit verbond kan alles werken op voorwaarde dat er Bloed gevloeid heeft. 

Om in Gods aanwezigheid te kunnen komen was altijd bloed nodig. 

Bij de inwijding van de Tabernakel, bij de afzondering van de priesters de dienaren van

De Tempel, bij de geboorte van elk kind, bij de diepste verootmoediging vanwege de zonde, maar ook bij de grootste feestvreugde, altijd en overal is door het bloed de eenige weg tot de gemeenschap en de gunst van dezen God. En alzoo duurde het vijftien honderd jaren dag na dag. BIJ Sinaï, in de woestijn, te Silo, in den tempel op Moria, zoo duurde het totdat Hij kwam (Jezus), die het oude zou opheffen, en alles uit het oude testament op zijn plek zou zetten, door in geest en waarheid alles tot Zijn doel te vormen. Zodat we als mensen weer in relatie met God zou kunnen leven.

Wat leert de Bijbel ons dan over het Leven van Jezus zelf. 

Als we goed opletten zien we dat in het Leven van Jezus alles gaat kloppen. Gods reddingsplan voor de mensen wordt door het kostbare bloed van Jezus mogelijk gemaakt. Omdat Jezus het offerlam is die onze plaats inneemt, dat we met zijn bloed op ons deurposten op ons hart mogen strijken, zodat we achter deze deur redding mogen ontvangen, we hoeven niet langer te sterven. 

Mischien is dat ook wel waar we snel overheen lezen als we het Nieuwe Testament openen. Als Johannes de Doper, Jezus ziet aankomen bij de Jordaan waar hij mensen opriep om zich te laten dopen. Dan staat er: 

‘Kijk,’ riep hij. ‘Het offerlam van God! Hij neemt de schuld van de wereld op Zich. 30Hem bedoelde ik toen ik zei: “Na mij komt Iemand die belangrijker is dan ik, omdat Hij er eerder was dan ik.” 31Ik kende Hem nog niet, maar ik ben gekomen om de mensen met water te dopen om Hem aan Israël bekend te maken. 32Ik heb de Heilige Geest als een duif uit de hemel zien komen en Hij bleef op Jezus. 33Toen wist ik nog niet dat Hij het was. Maar God had tegen mij gezegd: “Op wie u de Heilige Geest ziet neerdalen en blijven, dat is Hem. Hij zal de mensen dopen met de Heilige Geest.”  Johannes 1:29-33

In deze tekst worden twee dingen duidelijk. De uitstorting van het Bloed van het Lam, is de basis waardoor de uitstorting van de Heilige Geest kan gebeuren. 

Daarnaast legt Jezus de verbinding van het oude testament met zijn eigen leven.

Bij het avondmaal ‘de maaltijd van de Heer’ wordt het Nieuwe Verbond duidelijk. 

Jezus probeert uit te leggen dat Hij zijn leven geeft, en zijn bloed laat vloeien, zodat alles uit het oude verbond, toegepast kan worden op Zijn leven. 

Jezus gehoorzaamheid aan zijn Vader, de onderwerping aan het oude verbond, waarin zonde, straf en offers centraal stonden, vroegen om een offer voor de mens, onder zonde. Jezus gaf zichzelf vrijwillig om zo zijn Vader te eren, Hij liet zijn bloed vloeien, en stopte zijn leven uit tot in den dood, op die manier kon hij de straf dragen, de wet bevredigen, en Zijn Vader Eren. Door zijn offer heeft het bloed van Jezus de zonde verzoend en krachteloos gemaakt. En dat bloed van Jezus is zo krachtig dat het niet alleen de zonde bedekte en verzonden, maar ook de dood die altijd volg op zonde. Hij heeft de machten van de rijk der duisternis overwonnen, door voor ons aan het kruis te willen sterven. Zijn bloed voor ons te geven.

 

En dat staat centraal in het nieuwe verbond, 

-Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in mijn bloed, dat voor u en velen vergoten wordt tot vergeving van zonden drinkt allen daaruit." 

Matteüs 26:26 - Matteüs 26:29 Marcus 14:22 - Marcus 14:25 Lucas 22:14 - Lucas 22:20 Johannes 13:1 - Johannes 13:38 1 Korintiërs 11:23 - 1 Korintiërs 11:26

Zonder bloedstorting is er geen vergeving. En zonder vergeving van zonden is er geen leven. 

Maar met Zijn bloedstorting heeft Hij een nieuw leven voor ons mogelijk gemaakt. 

En Jezus nodig ons uit, om deel te nemen aan wat Hij voor ons heeft gedaan. Waarin Hij zijn eigen leven overgaf, deelt Hij ons zijn eigen leven, in het nieuwe verbond. 

Het bloed gestort is de verzoening die ons bevrijdt van de schuld en den dood als straf der zonde; datzelfde bloed gedronken is de lévensdrank die ons zijn leven in ons geeft. 

Eerst voor ons, dan ook aan ons wordt zijn leven in het bloed gegeven.

Wat leert de rest van de bijbel ons over het Bloed van Jezus.

De meest belangrijke openbaringen over de kracht van Jezus bloed wordt beschreven in het boek Hebreeën. Dat boek probeert als geen enkel ander boek in het nieuwe testament uit te leggen wat Jezus voor ons gedaan heeft. Het gaat door alle joodse tradities heen, door het hele oude testament, door alle priesterdiensten heen, om te zeggen dat Jezus offer zoveel meer te zeggen heeft. Zijn bloed heeft in de Hemelse tabernakel, verzoening gebracht. Jezus is als hogepriester, en als offerlam, als middelaar,  de gene die alles heeft volbracht. Hebreeen 10 beschrijft dit mooi.

- We mogen nu het heilige der Heilige binnengaan omdat Jezus deze weg heeft vrijgemaakt. Hebreeen 10:19

- We kunnen daar komen omdat Jezus ons reinigt, schoonwast en werkelijk alle daden die lijden tot de dood heeft weggedaan. Hebreeen 9:14

  • We mogen de troon van Genade naderen, en Gods goedheid onder ogen komen. Efeze 1:7, Hebreeën 4:16 

Door ons geloof in God, mogen we vertrouwen dat Het bloed van Jezus ons werkelijk vrij maakt. 

Dat is wat je zult lezen in alle brieven van het Nieuwe Testament. 

  • Geloof in het bloed van Christus wordt beschreven in Romeinen 3:25, waar staat dat Jezus een "verzoening door zijn bloed was, die door geloof werd ontvangen". Andere verzen zijn onder andere Efeziërs 2:13, waar staat dat gelovigen dichtbij worden gebracht door het bloed van Christus, en 1 Petrus 1:18-19, waar de verlossing door het kostbare bloed van Christus wordt benadrukt.
In het boek openbaringen kom je niet onder het bloed van Jezus uit. 

In het boek Openbaring wordt het bloed van Jezus gepresenteerd als de bron van de overwinning, verlossing en reiniging van gelovigen. Het is het middel waarmee zij geestelijke vijanden overwinnen door geloof en het getuigenis (Openbaring 12:11). Dit omvat het overwinnen van zonde en Satans beschuldigingen door "wit gewassen te worden in het bloed van het Lam" (Openbaring 7:14).

Openbaring 5 uit de Bijbel, waar het "Lam dat geslacht is" (Jezus Christus) als enige waardig wordt geacht om een boekrol met zeven zegels te openen. Dit symboliseert dat Hij door zijn offer de verlossing voor de mensheid heeft bewerkstelligd en daarom de autoriteit heeft om Gods oordeel en heerschappij te onthullen. 

Het bloed als symbool van overwinning en verlossing

- Vijanden overwinnen: Gelovigen "hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis" (Openbaring 12:11). Dit betekent dat Christus' offer aan het kruis de overwinning op zonde, dood en de duivel al veilig heeft gesteld.

- Verlossing en vergeving: Het bloed van Jezus is wat "voor God mensen heeft gekocht uit elke stam, taal, volk en natie" (Openbaring 5:9) en wordt vergoten "tot vergeving van zonden" (Matteüs 26:28).

- Reiniging en gerechtigheid: Het bloed wordt beschreven als iets dat gelovigen rechtvaardig maakt. Ze "maakten hun gewaden wit in het bloed van het Lam", wat symbool staat voor reiniging van zonde en zuiverheid in Gods ogen.

Het bloed in specifieke passages

Openbaring 12:11: Stelt dat mensen de duivel overwinnen door het bloed van het Lam en hun getuigenis, 

Openbaring 7:14: Vermeldt degenen die "hun gewaden hebben gewassen en ze wit hebben gemaakt in het bloed van het Lam", wat duidt op een staat van reiniging en gerechtigheid

Openbaring 19:13: Beschrijft Jezus, het "Woord van God", gekleed in een gewaad gedoopt in bloed, wat symbool staat voor zijn zegevierende strijd en het offer dat hij bracht. 

In de eeuwigheid, in de glorie van de Hemel waarin mensen, en engelen zo dichtbij de gedachten van God leven. De wonderbare liefde van Gods zoon zien, en de kracht van Zijn verlossing begrijpen,  daar klinken liederen en gebeden vol van vreugde en dankbaarheid. En die dankbaarheid gaat naar Gods de Vader, die op de troon zit en het Lam (openbaringen 7, Revelation 5:11-12)

Van begin tot einde der Schrift, van het gesloten tot het heropend Paradijs loopt de gouden

draad : het bloed is het eene dat begin en einde vereenigt, dat zo heerlijk herstelt wat de zonde had verdorven.

Samenvatting, wat kunnen we hier uit leren.

Je leert iemand kennen door te zien wat hij met zijn leven doet, hem te ontmoeten en samen dingen te doen. Dat geldt ook voor God. Door de verhalen in de Bijbel leren we God kennen, omdat ze ons laten zien wat God deed en wat belangrijk voor Hem is. Door de Bijbel, maar ook door gebed en aanbidding, kun je God ontmoeten, zodat wat je over Hem weet niet alleen theoretische kennis is, maar een persoonlijke ervaring. Wanneer je je leven aan Hem toewijdt, leidt Hij je door het leven. Je bent zijn kind en je hebt elke dag contact met je  hemelse Vader. Dat is de beste manier om het karakter van God te leren kennen.

Eigenschappen van Gods karakter

Liefde, genade en mededogen: God wordt vaak afgeschilderd als vol liefde, genade en mededogen voor de schepping, met name getoond door vergeving en barmhartigheid.

Heiligheid en rechtvaardigheid: God wordt beschouwd als heilig, rechtvaardig en rechtvaardig, en haat kwaad en zonde vanwege Zijn volmaakte, morele aard.

Almacht, alwetendheid en alomtegenwoordigheid: Hij wordt beschouwd als almachtig, alwetend en overal tegelijk aanwezig, wat belangrijke aspecten zijn van Zijn oneindige en transcendente aard.

Trouw en goedheid: God wordt afgeschilderd als trouw en goed, met een consistente en onwrikbare wil jegens Zijn schepping.

Schepper en rechter: Hij is de schepper van alle dingen en treedt ook op als rechter over de zonde, en zorgt ervoor dat de schuldigen niet ongestraft blijven.

Onveranderlijk: In veel theologische opvattingen wordt God als onveranderlijk beschouwd, wat betekent dat Hij zonder begin of einde is en Zijn aard niet verandert.

Hoogste Koning en Autoriteit: God wordt beschouwd als het ultieme gezag over de volken en de hele schepping.

In deze opsomming van Gods karakter stuiten we op een probleem waar we als mensen enorm tegen aanlopen. God is liefde, maar ook rechter, Hij is vol genade, maar ook Heilig, rechtvaardig. Door de zondeval kon de mens niet langer in de aanwezigheid zijn van Gods pure Heiligheid. Op verschillende plaatsten in de bijbel wordt dit beschreven, dat we God niet kunnen zien omdat we anders zouden sterven. Exodus 33:20

In de volledige aanwezigheid van een heilige, perfecte God kunnen zondige, imperfecte mensen niet blijven leven. 

Slecht nieuws voor de mensen in het Oude Testament, maar goed nieuws voor ons. Gods oplossing is bloed: De zonde kan alleen worden afgedaan met de dood. loon van de zonde de dood is. Romeinen 6:4,23.  God als Heilig God kan in zijn rechtvaardigheid zonde niet door de vingers zien. Toch heeft God wel een oplossing. De zonde kan wel op een plaatsvervanger gelegd worden. Iets of iemand anders kan jou straf dragen, zodat we als mens vrij kunnen zijn van onze zondelast, en tegelijk wordt er rechtvaardig gehandeld. Dit is onderdeel van Gods geweldige plan om met zonde af te rekenen. Gods reddingsplan met bloed wordt in de christelijke theologie voorgesteld als het plan dat via Jezus Christus de mensheid verlost van zonde en dood. Het centrale punt is de kruisiging van Jezus, waarbij zijn bloed als een vervangende betaling wordt gezien voor de zonden van de mensheid, wat een verzoening met God mogelijk maakt. Door zijn dood en opstanding overwint Jezus zowel zonde als de dood, waardoor gelovigen door bekering en geloof hoop hebben op eeuwig leven. 

Alle offers (bloed van dieren) uit het oude testament bouwen richting het climax, waarin Jezus als lam van God zijn leven voor ons Geeft. Wanneer we ons leven aan Jezus geven, opnieuw geboren. Er is dus een oude 'jij', en een nieuwe 'jij'. Deze oude 'jij' kon niet in Gods aanwezigheid zijn, omdat je vol zonde en schuld was. Maar deze nieuwe 'jij' is vergeven, rechtvaardig en kan altijd 'vol vertrouwen naar de troon van God komen omdat we schoongewassen zijn door het kostbare bloed van Jezus. Hieronder kun je lezen wat het Bloed van Jezus voor ons doet. 

( in het boek van Andrew Murray: The power of the blood of Jezus. Is het geweldig uitgewerkt waar het Bloed van Jezus een rol speelt.) 

30 Things the Blood of Jesus Does

My debt is paid, once and for all

“So Christ was offered once to bear the sins of many. To those who eagerly wait for Him He will appear a second time, apart from sin, for salvation.” (Hebrews 9:28)

I am justified

“Much more then, having now been justified by His blood, we shall be saved from wrath through Him. “ (Romans 5:9)

 I am forgiven

“In Him we have redemption through His blood, the forgiveness of sins, according to the riches of His grace” (Ephesians 1:7)

 I am spared from God’s wrath

“Much more then, having now been justified by His blood, we shall be saved from wrath through Him. “ (Romans 5:9)

 

I am being spiritually healed; one day even my flesh will be replaced with an incorruptible body

“…who Himself bore our sins in His own body on the tree, that we, having died to sin, might live for righteousness—by whose stripes you were healed.” (I Peter 2:24)

 I am spiritually alive

“Then Jesus said to them, “Most assuredly, I say to you, unless you eat the flesh of the Son of Man and drink His blood, you have no life in you.” (John 6:53)

 My judgment has been satisfied and I am at peace with God

“But He was wounded for our transgressions, He was bruised for our iniquities; the chastisement for our peace was upon Him, and by His stripes we are healed.” (Isaiah 53:5)

 The bloodstream of His people Israel will be purged

“For I will cleanse their blood that I have not cleansed: for the Lord dwells in Zion” (Joel 3:21)

 I am cleansed

“But if we walk in the light as He is in the light, we have fellowship with one another, and the blood of Jesus Christ His Son cleanses us from all sin.” (I John 1:7)

 I have the power to overcome the enemy

“And they overcame him by the blood of the Lamb, and by the word of their testimony, and they loved not their lives unto the death.” (Revelation 12:11)

 I am no longer under the curse of the law

“Christ has redeemed us from the curse of the law, having become a curse for us (for it is written, “Cursed is everyone who hangs on a tree”).” (Galatians 3:13)

 I have been reclaimed from the enemy

“In Him we have redemption through His blood, the forgiveness of sins, according to the riches of His grace.” (Ephesians 1:7)

 I am no longer a stranger to the covenant of promise

“…that at that time you were without Christ, being aliens from the commonwealth of Israel and strangers from the covenants of promise, having no hope and without God in the world. But now in Christ Jesus you who once were far off have been brought near by the blood of Christ.” (Ephesians 2:12-13)

The final act of public expiation has been made on my behalf

“For the life of a creature is in the blood, and I have given it to you to make atonement for yourselves on the altar; it is the blood that makes atonement for one’s life.” (Leviticus 17:11)

 I have been moved from the enemy’s kingdom into the kingdom of God

“Having disarmed principalities and powers, He made a public spectacle of them, triumphing over them in it.” (Colossians 2:15)

 I have gained the unmerited favor of God

“In Him we have redemption through His blood, the forgiveness of sins, according to the riches of His grace.” (Ephesians 1:7)

 I have been declared righteous

“For He made Him who knew no sin to be sin for us, that we might become the righteousness of God in Him.” (2 Corinthians 5:21)

 I have been justified (just as though I had never sinned)

“being justified freely by His grace through the redemption that is in Christ Jesus, whom God set forth as a propitiation by His blood, through faith, to demonstrate His righteousness, because in His forbearance God had passed over the sins that were previously committed…” (Romans 3:24-25)

 I am able to come close to God

“But now in Christ Jesus you who once were far off have been brought near by the blood of Christ.” (Ephesians 2:13)

 I can participate in the sweet communion of remembrance of His sacrifice

“Likewise He also took the cup after supper, saying, “This cup is the new covenant in My blood, which is shed for you.” (Luke 22:20)

 My redemption will never perish

“Knowing that you were not redeemed with corruptible things, like silver or gold, from your aimless conduct received by tradition from your fathers, but with the precious blood of Christ, as of a lamb without blemish and without spot.” (1 Peter 1:18-19)

Jesus testifies on my behalf that I am clean

“…and from Jesus Christ, the faithful witness, the firstborn from the dead, and the ruler over the kings of the earth. To Him who loved us and washed us from our sins in His own blood and has made us kings[ and priests to His God and Father, to Him be glory and dominion forever and ever. Amen.” (Revelation 1:5)

 I am free

“Stand fast therefore in the liberty by which Christ has made us free, and do not be entangled again with a yoke of bondage.” (Galatians 5:1)

I am protected from judgment

“that you shall say, ‘It is the Passover sacrifice of the Lord, who passed over the houses of the children of Israel in Egypt when He struck the Egyptians and delivered our households.’” So the people bowed their heads and worshiped.” (Exodus 12:27)

 I am freed from a conscience defiled by guilt

“let us draw near with a true heart in full assurance of faith, having our hearts sprinkled from an evil conscience and our bodies washed with pure water.” (Hebrews 10:22)

 I am no longer condemned

“There is therefore now no condemnation to those who are in Christ Jesus, who do not walk according to the flesh, but according to the Spirit.” (Romans 8:1)

 I have been separated from the world and declared holy (wholly) to God

“I have been crucified with Christ; it is no longer I who live, but Christ lives in me; and the life which I now live in the flesh I live by faith in the Son of God, who loved me and gave Himself for me.” (Galatians 2:20)

I can proclaim total victory

“And they overcame him by the blood of the Lamb, and by the word of their testimony, and they loved not their lives unto the death.” (Revelation 12:11) 

I can enter boldly into the holiest of holies…and live

“Therefore, brethren, having boldness to enter the Holiest by the blood of Jesus, by a new and living way which He consecrated for us, through the veil, that is, His flesh, and having a High Priest over the house of God, let us draw near with a true heart in full assurance of faith, having our hearts sprinkled from an evil conscience and our bodies washed with pure water.” (Hebrews 10:19-22) 

I have further revelation of who God is

“who being the brightness of His glory and the express image of His person, and upholding all things by the word of His power, when He had by Himself purged our sins, sat down at the right hand of the Majesty on high…” (Hebrews 1:3)